Algemeen Dagblad, editie Den Haag, 14 mei 2020

Maaike Kraaijeveld 14 mei 2020 Laatste update: 11:47 (bron)

Of het nu vissersmannen zijn die niet terugkomen na te zijn uitgevaren of surfers, het dorp rouwt met elkaar

De zee geeft, de zee neemt. In Scheveningen is dat gezegde al eeuwen onderdeel van het leven. Of het nu om vissersmannen gaat die niet terugkomen na te zijn uitgevaren, of om surfers. Het hele dorp rouwt om ze. 

Als deze woensdagavond om 19.00 uur de klokken van vijf Scheveningse kerken tegelijk luiden, draait het aan de kust vijf minuten lang om niets anders dan de herinnering aan Joost, Sander, Pim, Max en Mathijs. De vijf intens geliefde zwemmers en surfers, twintigers en dertigers, die maandagavond bij een draaiende windkracht 6 en onder een dikke laag algenschuim in zee zijn omgekomen.  

De zware toon van de grote luidklok in de Oude Kerk aan de Keizerstraat rolt tegen de wind in langs het standbeeld van het Vissersvrouwtje over de boulevard en het strand de zee in. De zee die geeft, maar die ook meedogenloos neemt. Vooral het idee dat het lichaam van Mathijs, de 23-jarige student aan de TU Delft, nog steeds niet kan worden geborgen is huiveringwekkend.

Steun en medeleven

De Oude Kerk, de H. Antonius Abtkerk, de Nieuwe Badkapel, de Bethelkerk en de Prinses Julianakerk hebben deze middag tot het klokgelui besloten. ‘Ter nagedachtenis aan deze vijf jonge mensen en als blijk van steun en medeleven aan de nabestaanden’. 

Het luiden van de klokken bij een sterfgeval past in de traditie van de kerken in Scheveningen. Predikant Barend Weegink van de Oude Kerk deed op de noodlottige avond van het surfdrama direct navraag in de kerkgemeente of er bekenden onder de slachtoffers waren en of hij eropuit moest. ,,Dat bleek niet zo te zijn, maar dat maakt geen verschil. Deze jongens wisten van wanten. Ze hebben niets misdaan en werden genadeloos tegen de basaltblokken van het Noordelijk Havenhoofd geslagen.”

In tijden van ramp en dood worden culturele barrières veel minder gevoeld
Barend Weegink

Dan maakt het niet uit of je uit het oude vissersdorp komt of dat je het opgewekte nomadenbestaan van een surfer leidt. ,,In tijden van ramp en dood worden culturele barrières veel minder gevoeld”, zegt Weegink. ,,Het is de zee die verbindt. Iedereen in Scheveningen heeft de blik op zee gericht.”

Een aantal bekenden van Joost, Sander, Pim, Mark en Mathijs komen bijeen bij hét monument voor iedereen die niet terugkwam van zee: het Vissersvrouwtje op de kop van de Keizerstraat. De stoere en tegelijk aandoenlijke vrouw in Scheveningse klederdracht, met haar in brons gegoten verwachtingsvolle blik gericht op de zee. Op de achtergrond staat de Oude Kerk waaruit het klokgelui zich een weg baant door de harde wind. 

Er wordt in kleine clubjes belangstellenden met elkaar gepraat. Anderen kijken stil voor zich uit. 

Mannen en vrouwen van KNRM

Dan komt plotseling vanuit de kant van het Noordelijk Havenhoofd de robuuste geel-oranje truck van het KNRM Search en Rescue-team aanrijden over de boulevard. De truck stopt vlak naast het monument en tien mannen en vrouwen klimmen zwijgend uit. Ze hebben bloemen in de hand die ze een voor een bij het monument leggen, om vervolgens naast elkaar voor de truck de blik op zee te richten. 

Iedereen die het ziet gebeuren vervalt in respectvol zwijgen. Dit zijn de mannen en vrouwen die maandagavond en dinsdag verbeten en onvermoeibaar hebben gestreden om de zwemmers en surfers te redden en toen dat niet mogelijk bleek hun lichamen te zoeken en te helpen bergen. Mensen die elkaar allemaal kennen van de zee. Je zou voor ze willen applaudisseren nu ze daar zo staan. Maar het is niet het geschikte moment. ,,Dat willen ze ook helemaal niet”, zegt een geboren Scheveninger. ,,Ze willen niet op de voorgrond treden.”