Mémorial
Pascals denken werd levensomvattend toen hij, 31 jaar jong, een beslissend moment doormaakte. Op een donkere avond vol storm en regen stak hij in een koets in Parijs de Seine over via een brug zonder leuningen. De paarden gleden uit en de koets bleef op het nippertje hangen. Pascal zag in die bange ogenblikken de eeuwigheid op zich afkomen. Hij wist zich uit doodsgevaar gered en dat bracht hem tot bekering, anders gezegd: tot existentieel besef dat er meer is dan alleen droge wetenschap, denkvermogen of slim zijn. Gevleugeld is Pascals uitspraak dat het hart zijn redenen heeft die het verstand niet kent. Het ontlokte hem in die crisisuren zijn Mémorial, een aantal haastig neergekrabbelde zinnen die pas na zijn dood, op nog maar 39-jarige leeftijd, op een ingenaaid perkament in de voering van zijn jas werden gevonden: ‘Vuur, God van Abraham, God van Isaac, God van Jacob, niet de God van filosofen en geleerden. Zekerheid, zekerheid, gevoel, tranen, vreugde, vrede, God van Jezus Christus’. Het maakte Pascal schatplichtig aan het klassieke christendom waarin Augustinus en anderen hem waren voorgegaan.

Bron: Ecclesia nr. 12 – juni 2023

Mysterie
Dr. Plaisier benadrukte hoezeer in zo’n mysterieuze levenservaring de tekst uit Jesaja 45:16 van belang is: ‘Voorwaar, U bent een God die zich verborgen houdt, de God van Israël, de Heiland’. Dat vergt een diep zoeken in en onder de breuklijnen van het leven om God tegen te komen, omdat ook de mens zelf is zoekgeraakt in de tragiek van een gebroken bestaan en zichzelf voor God verborgen houdt. Waar wij God kunnen vinden? In de Schrift, in het vlees en bloed van de Middelaar, in de lofprijzing en eredienst, in het avondmaal van leven en dood (Pascal sprak over de hostie). En ook in de praxis pietatis, de gewone godsdienstoefeningen in een herhaald ritueel. Dat alles zet aan om naar God te verlangen en het vraagt deemoed, vertrouwen en liefde. Je kunt de afgrond zelf niet dempen. Hoe meer je je onmacht weet – trouwens, is dat niet wat Kohlbrugge
zegt? – des te meer maak je ruimte voor de genade van God die van de andere kant op je afkomt. Verzoening isde heling door de gebrokenheid aan het kruis.
In de ’technisch gezekerde’ 21e eeuw lijken we verder van huis te zijn dan de 17e-eeuwse tijdgenoten van Pascal. Hadden zij nog sporen van een godsgemis, in
onze hedendaagse cultuur staan kosmos, wereldbeeld en geschiedenis los van een godsbesef. Soms kunnen crises de blik op de werkelijkheid nog veranderen. Dan
heeft het humanum behoefte aan meer dan zelfliefde en zoekt het een bron buiten de menselijke potentie. Zou er niet meer stilte en besef van de eeuwigheid moeten zijn om de stem te kunnen horen van Christus de Bruidegom, die ons meeneemt in het glorieuze licht van de opstanding? Pascal en de latere ethischen hebben ons geleerd dat er een mysterie is en dat de mens er een antenne, consciëntie voor heeft.

Aalders
Dr. Klink refereerde in zijn lezing aan de gesprekken die hij voerde met dr. W. Aalders (‘dominee Aalders’). De in 2005 overleden leermeester, die met zijn tijd- en cultuurkritische lezingen in de Utrechtse Marcuskerk de aandacht van honderden Kohlbruggevrienden boog naar het venster op de eeuwigheid, noemde Pascal zijn ‘levenslange reisgenoot’. Aalders promoveerde in 1941 op 31-jarige leeftijd op Pascal als apologetisch prediker. In de studeerkamer van prof. dr. Maarten van Rhijn had Willem Aalders de ethische vaders La Saussaye en Gunning en hun navolgers leren kennen en door hen Vinet en Pascal. De jonge Aalders nam kennis van de discussie tussen Barth en Brunner die over natuur en genade ging en hij betrok daarbij de visie van Pascal. Mettertijd raakte Aalders los van Barth, die in zijn openbaringsleer feitelijk geen weg van toeleiding naar de aardse gestalten van het evangelie bood. Werkt de Geest niet ook op andere landingsplaatsen?

De genade komt ‘senkrecht von Oben’, maar licht ook op in de gestalte van de kerk en laat sporen na in de maatschappij en de cultuur. De apologeet, verdediger van het objectieve christelijke gedachtegoed, kent ook de subjectieve kant in de benadering van de medemens.

Hart
Pascal en zijn volgelingen spraken de taal van het hart waarmee het godsbesef voelbaar gemaakt kan worden. Na de Verlichting en het primaat van het intellect (en daarbij de twijfel) moest nu de werkelijkheid recht worden gedaan. Het hart, dat rede en gevoel met elkaar verbindt, is het centrum van de persoonlijkheid. Met het woord ‘hart’ worden de affectieve vermogens van de mens aangeduid. Affectief, anders dan effectief, wijst op de binnenkant. Het gaat om de gevoelsverbindingen, wat iets met je doet en vooral: wat het aan je doet. Het hart kan intuïtief werk doen om de desem van het evangelie weer in het publieke domein en de cultuur te brengen. Het betekende voor Aalders niet een ommezwaai, maar een voortschrijdend inzicht dat hij het oud- ethisch gedachtegoed van de Christus voor het hart naar voren bracht. Socrates, Plato en Pascal wisten van het hart en de onsterfelijke ziel. Mensen raken in verlegenheid door de grandeur en misère van het leven. Het evangelie geeft antwoord op vragen over het waarom en de zin van dit bestaan en over de eind- bestemming. Wie roept om ontferming zal in de evangelieboodschap vrede vinden. Gods openbaring en wet geven een omtuining aan de behoeften die opkomen in het hart. Op de oefenplaatsen van gezin, kerk en school kan de taal van het hart zich van jongs af ont- wikkelen en de herinnering aan het paradijs wekken. Laat bij het volwassen worden het kind in ons – en daarmee het verlangen – niet sterven.

Lezingen
De lezingen sloten op elkaar aan en overlapten elkaar deels. Dat was het bewijs dat beide referenten voluit over dezelfde geestelijke erfenis spraken. Beide voor- drachten zullen in de komende edities van dit blad worden geplaatst. In de opbouw van het conferentie- programma verdient het aanbeveling om niet onmiddellijk het ene verhaal op het andere te laten volgen. Dan wordt het ineens te veel. Een meditatief interludium of een lied (bijvoorbeeld van Alexandre Vinet of van Johannes Helder) had tussen de lezingen een plaats kunnen krijgen.

Avondmaalspreken
De kring van vrienden van dr. H.F. Kohlbrugge wordt bijna weer een vereniging tot uitgave van gereformeerde geschriften. Alleen heet het project nu Parrhesia (vrijmoedigheid om over het geloof te spreken). Naast de heruitgave van publicaties van Aalders ver- scheen bij wijze van verrassing nu een nieuwe presentatie uit het werk van Kohlbrugge. De heer H. Boele compileerde een bundel met negen voorbereidingspreken en zes avondmaalspreken van de Elberfeldse pastor onder de titel In Zijn bruiloftszaal. Met zulke feestwoorden had Kohlbrugge zijn gemeente ruimhartig en pastoraal genodigd om aan de tafel des Heren deel te nemen. Een voorbereidingspreek hield hij niet altijd; wel verwees hij naar de ‘goede morgen’ die zou komen en in het formulier maakte hij aanpassingen. Op de zondag van de viering werd het in latere jaren vaak een korte meditatie om de dienst bevattelijk te houden. In de bundel, die werd uitgegeven bij Brevier, staat tevens een gedetailleerd overzicht van de avondmaalsdiensten die door Kohlbrugge in zijn Wuppertaler periode werden gehouden.

Het eerste exemplaar werd door dhr. Boele overhandigd aan stichtingsvoorzitter mr. W. van Leussen. Fijn dat het Kohlbrugge-element op deze wijze tijdens de mei conferentie gestalte kreeg. Slot Na de pauze was er gelegenheid voor een plenaire gedachtenwisseling. Heeft dr. Plaisier ook een breder inzicht in Pascal gekregen, net als dr. Aalders? Die meerwaarde werd door hem bevestigd. Hoe zit het met de verhouding tussen Gods openbaring en Gods ver- berging? Als we spreken over de menselijke activiteit van het zoeken naar God, dan gaat het vinden door God er toch aan vooraf? Laat een apologeet zich ervan bewust zijn dat hij niet kan overtuigen; hij brengt slechts de zoektocht op gang en de Geest doet het werk. Heeft het gereformeerd protestantisme met een ontdekkend zondebesef niet te weinig oog voor de heerlijkheid die komt? In het nihilisme kun je niet groeien naar God, in de lofprijzing van de Allerhoogste en de glorie van de schepping wel.

Wie de conferentie nog eens wil nazien en naluisteren, kan het internet op. Hierbij de links: https://www.ecclesianet.nl/posts/ livestream-conferentie-13-mei-2023 en https://www. youtube.com/watch?v=raqtAyosYOc Om klokke vier werd de samenkomst besloten. Na afloop liep ik nog even het Stedelijk Museum Vianen binnen. Daar exposeerde een landschapschilder die de onmetelijke ruimte van lucht en wolken bij de rivier in beeld had gebracht in het spel van zon en schaduw. Het is kijken met je hart wat een kunstenaar doet. Bij het verlaten van de stad luidde om vijf uur de torenklok, mogelijk ten teken dat het zondag werd. Het was

een middag geweest die over het innerlijk ging. Buiten kun je er dan weer een poosje tegen…